augustus 2003 De Shoa van Tenno Showa.
Hopelijk zullen de joodse vervolgingsslachtoffers van de Naziís mijn woordspeling in de titel van dit artikel
excuseren. Tenno Showa betekent Verlichte Keizer. Man van het Licht. Het koosnaampje voor de Japanse keizer
Hirohito.
De shoa van de Tenno Showa was een sluipende genocide. De krijgsgevangenen werden gebruikt voor de aanleg
van spoorwegen en landingsbanen voor de oorlogsvoering en de arbeidsinzet in de Japanse mijnbouw en industrie.
In heel Zuid-oost Azië en Japan werden de mannen ingezet als dwangarbeiders en slaven tegen een verzorging die
ver onder het bestaansminimum lag.
Dat ze als ratten stierven door systematische uithongering, tropische ziektes, bevriezing en martelingen was geen
punt. De aanvoer van vervangers leek onuitputtelijk. Een onbegrijpelijke zaak, vooral wanneer we bedenken dat
de Japanse industrie rijkelijk van de krijgsgevangenen heeft geprofiteerd. Met name de blanke krijgsgevangenen
waren van groot belang voor de produktie aangezien ze hoogopgeleid waren en een welkome aanvulling bij
afwezigheid van het eigen Japanse arbeidspotentieel. In veel gevallen waren ze de enige arbeidskrachten, die nog
beschikbaar waren voor de tewerkstelling bij Mitsui, Mitsubishi, Kawasaki en nog zo'n 15 andere concerns en
zaibatshuís. Van verantwoord ondernemerschap en Arbo wetten hadden ze nog nooit gehoord. En de internationale
conventies ter bescherming van krijgsgevangenen en geinterneerden waren door de regering van de Tenno Showa
ongeldig verklaard. Het Licht was niet bedoeld voor krijgsgevangenen en geinterneerden.
Liquidatieorder van de Man van het Licht
De oorlog in Zuid-oost Azië veroorzaakt door Japan heeft met elkaar geduurd van 1931 tot en met 1945. Miljoenen
mensen zijn in de bezette gebieden afgemaakt, doodgehongerd of op een andere wijze om het leven gebracht.
Schattingen variëren van 20 tot 35 miljoen. Bij al die vervolgingsslachtoffers waren ook zo'n 150.000 mensen met
de Nederlandse nationaliteit, militairen, burgers, vrouwen en kinderen in het voormalig Nederlands Rijksdeel in de
Oost. Daarvan is tussen 1942 en 1945 naar schatting gemiddeld 20% om het leven gekomen. Wanneer de
capitulatie van Japan niet door de Amerikanen met de A-bommen op Nagasaki en Hiroshima was afgedwongen,
hadden deze percentages kunnen oplopen tot 100%. De plannen lagen klaar en de voorbereidingen om alle
gevangenen te liquideren waren in februari 1945 al door de Japanners opgestart.
Een van de grootste massamoorden waren de dodenmarsen van het kamp Sandakan, op Borneo. Vanaf februari 1945
werden 2.500 man in groepen van 500 de jungle ingestuurd. Ziek of niet ziek. De mannen die achter moesten blijven
omdat ze niet meer konden staan of lopen werden met de kogel gedood. In juli 1945 was het kamp leeg.
Alhoewel vijf mannen hebben geprobeerd te ontsnappen, heeft een gevangene, de Australier Owen Campbell, het
uiteindelijk overleefd. Anders had niemand ooit van Sandakan moord gehoord.
De getuigenissen van vele massamoorden zijn ontelbaar. Op onze website staat het verhaal van
Sado >>.
Ook dat was bestemd voor de vergetelheid, maar werd toevalligerwijze ontdekt.
In zijn zeer gedetailleerde en uitstekend gedocumenteerde boek Prisoners of the Japanese noemt de auteur Gavan
Daws, de dodentallen in de krijgsgevangenkampen ongehoord hoog. Het percentage was gemiddeld 33% tegen 4%
in Duitse krijgsgevangenkampen.
Wanneer de oorlog langer had geduurd, had ik dit niet kunnen schrijven.
Zie: A-bom >> betekende de redding voor miljoenen mensen in
Azië.
De Shoa van Tenno Showa hebben we op het nippertje niet hoeven meemaken.
© Lilian Sluijter, St. Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp
<< Terug
|
|
|