Op 25 maart 2002 viel mijn oog op een artikel in “De Krant”, een Hollandse krant gedrukt in CANADA, in verband met de
Stichting Vervolgingsslachtoffers JAPPENKAMP.
Mijn ouders en ik waren geïnterneerd op Sumatra, vanaf 1942 tot 1945.
Mijn vader was een dwangarbeider tijdens de Japanse occupatie, hij werkte als Hoofd op een rubber plantage.
Japan had rubber nodig, Japan was in nood voor rouwe materialen voor haar oorlogsmachine.
Het idee om de Nederlandse regering aan te klagen is zeer goed, de Nederlandse regering heeft ons al jaren bedrogen.
Koningin Wilhelmina verklaarde “vernietig alles, zodat het niet in handen van Japan komt, en als de oorlog over is,
zal de Nederlandse regering alles vergoeden.”
Wij hebben nooit één cent gekregen of gezien vanwege het aanklagen. Het lijkt
ook een goed idee om Japanse maatschappijen aan te klagen, zoals in Amerika de banken in Zwitserland en bedrijven in
Duitsland werden aangeklaagd. Vooral bedrijven die handelden met Nederland – van auto to electronics to agriculture – en
geloof me, Japan heeft Holland meer nodig als Holland Japan nodig heeft.
Er waren vrij veel Nederlanders die werden gedwongen om de bedrijven, waar zij voor werkten, draaiende te houden voor
de ‘war effort’.
|