juni 2002 Geallieerd voorbeeld voor de Nederlandse regering. Herstelbetalingen aan Nederlandse vervolgingsslachtoffers van de Japanse bezetter in Azië door Paars Kabinet afgewezen. Toen Japan op 7 december 1941 de oorlog in de Pacific opende met de aanval op Pearl Harbour (de Amerikaanse Marinehaven in Hawaii) werd de Amerikaans-Japanse gemeenschap opeens staatsvijand nummer 1 (zoals dat met de Duitse is gebeurd in Nederlandsch-Indië). Dit hield in dat alle Amerikaanse staatsburgers van Japanse afkomst hun huizen moesten verlaten en werden geďnterneerd. De documentaire, die ik onlangs zag bood trieste verhalen van onschuldige mensen, die niet wisten wat hun overkwam. Ze hadden altijd in de veronderstelling geleefd dat ze Amerikanen waren, maar na Pearl Harbour bleek dat niet het geval. Vanaf het voorjaar van 1942 moesten zo’n 120.000 mensen met een Japanse achtergrond de westkust van Amerika verlaten omdat de Amerikaanse regering beducht was voor vijfde colonne activiteiten. Ze werden in 10 verschillende barakkenkampen geďnterneerd op plekken, die niet bepaald mensvriendelijk waren. ‘Reallocation’ heette dat; zeg maar: evacuatie. Vredesverdrag van San Francisco een belemmering In 1989 besloot de Federale Regering van de VS de Japans-Amerikaanse Gemeenschap een schadevergoeding van $ 20.000 per persoon uit te betalen, bij wijze van spijtbetuiging voor de vernederende behandeling tijdens de Pacific Oorlog (tegen Japan). Het Gebaar van de Amerikaanse regering had als gevolg dat in Amerika en andere landen van de wereld organisaties van voormalige krijgsgevangenen, door burger geďnterneerden en dwangarbeiders in de door Japan bezette gebieden in Azië werden opgericht om de Japanse regering te bewegen ook een dergelijk gebaar te maken naar hun vervolgingsslachtoffers. Desnoods via de rechter. In Nederland was dat de bekende Stichting Japanse Ereschulden (JES). Japan – en zijn rechters - kon zich echter beroepen op het San Francisco Vredesverdrag van 1951, waarin was gestipuleerd dat de landen die het verdrag hadden ondertekend (inclusief Nederland) en hun onderdanen geen schadevergoedingen of herstelbetalingen zouden claimen in verband met de toenmalige economische toestand van het land. Verschillende regeringen hebben de verantwoordelijkheid zelf op zich genomen De organisaties van vervolgingsslachtoffers hebben zich ten einde raad voor herstelbetaling tot hun eigen regeringen gewend, en het is interessant om te zien wat dat uiteindelijk heeft opgeleverd.
* ‘Het Gebaar’ is géén herstelbetaling, maar een erkenning voor de ‘kille ontvangst’ NGL 3.000 'Het Gebaar'= € 1.361,34 (excl. Weduwen/wezen vóór 12-12-00) Wat Australië, Canada en Nieuw Zeeland betreft gaat het voornamelijk om militaire krijgsgevangenen en personeel van de koopvaardij. Voor Groot Brittannië betreft het zowel militaire krijgsgevangenen als burgergeďnterneerden. Ook de Britse burgergeďnterneerden, die in Japanse concentratiekampen in Nederlands-Indië hebben gezeten, hebben de herstelbetaling inmiddels ontvangen. Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp De Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp (SVJ) is opgericht als reactie op Het Gebaar. SVJ gaat uit van het standpunt dat óók de Nederlandse staat een morele verantwoordelijkheid heeft tegenover de Nederlandse staatsburgers, die in het voormalig Nederlands-Indië slachtoffer zijn geweest van vervolging, racisme, roof, uitbuiting, vrijheidsberoving, uithongering, marteling, dwangarbeid, enzovoorts. Met een beroep op de Wet Gelijke Behandeling eist SVJ voor haar leden opheffing van de rechtsongelijkheid ten opzichte van de vervolgingsslachtoffers van de Nazi’s. Van de Australische Nederlander Peter van der Kuil uit Darlington, West-Australie, ontvingen wij een enthousiaste reactie op de activiteiten van SV JAPPENKAMP. Hij heeft inmiddels de website www.svjappenkamp.nl aan zijn eigen website (Peter’s Page) laten 'linken' (zie http://members.iinet.net.au/~vanderkp/). Van der Kuil is een generatiegenoot, die in de kampen Kramat en Tjideng heeft gezeten. Het schrijnende voor de Amerikaanse vervolgingsslachtoffers is, dat de Federale regering van de Verenigde Staten na al die jaren nog steeds doof is voor de verzoeken van hun organisaties om een eender bedrag aan compensatie uit te betalen als de Japanse Amerikanen hebben ontvangen (US$ 22.000). “De reallocatiekampen in Amerika waren in de verste verte niet te vergelijken met de Japanse concentratiekampen”, aldus een Amerikaanse ex-krijgsgevangene. Ook hij vindt dat de Amerikaanse regering zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Tenslotte heeft die indertijd de San Francisco Peace Treaty opgesteld, die de oorzaak is van de Japanse weigering om ooit herstelbetalingen aan vervolgingsslachtoffers uit te betalen. Wat dat betreft loopt de Nederlandse regering dus braaf in de pas met de Amerikaanse. 2 juni 2002 Lilian Sluijter Lid Support Groep SVJ |