april 2004
De Vervolgingsslachtoffers van de Jappenkampen hebben nog wat tegoed van de Staat der Nederlanden.



JES en EJOS verliezen.


De Stichting Japanse Ereschulden en haar Nieuw-Zeelandse zusterorganisatie EJOS hebben de zaak van de Ereschulden tegen de Japanse Staat definitief verloren.
Hun beroep bij het hof van Cassatie, de laatste strohalm, is afgewezen.

Na twaalf jaar is met deze afwijzing van de hoogste rechtbank een periode van valse hoop en verwachting afgesloten. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Prof. Dr. Kooijmans had JES in 1992 afgeraden om een procedure tegen de Japanse Staat te beginnen.
Reden was het verdrag van San Fransisco, dat de geallieerde landen, inclusief Nederland in 1951 ondertekend hebben. Het artikel 14 B maakte dat de door Japan gedupeerde landen en hun burgers zouden afzien van schadevergoedingen en compensaties. De uitspraak van een rechtbank in Tokio is daar heel duidelijk over:

“In other words, individual rights of the Allied Forces and their citizens seeking compensation were renounced by the Allied Forces themselves and the substantial rights to claim compensation lapsed at the same time.”


Met andere woorden:”eigen schuld, dikke bult”.

Het Verenigd Koninkrijk heeft, in combinatie met de voormalig Gemenebestlanden Australië, Canada en Nieuw-Zeeland, de consequenties van deze “ondoordachte daad” na een halve eeuw alsnog aanvaard. Hun kampslachtoffers en/of nabestaanden ontvingen in 2001 een uitkering van £ 10.000,- (15.000 euro). Ook Frankrijk en Noorwegen hebben gelijksoortige bedragen uitgekeerd. Alleen Nederland is tot nu toe nog in gebreke gebleven. Of had het Kabinet Kok (1998-2002) werkelijk gemeend dat met Het Gebaar alle aansprakelijkheid was afgekocht?

Waarom werd het bedrag van de 250 miljoen gulden ten behoeve van de kampslachtoffers over een drie keer zo grote groep uitgesmeerd, terwijl het bedrag slechts met 100 miljoen werd verhoogd? De motivatie voor de uitkering was volgens de vorige Minister van VWS Mevrouw E. Borst-Eilers tweeërlei: als genoegdoening voor de vermoedelijke tekortkomingen in het naoorlogs rechtsherstel, en als spijtbetuiging voor de kille ontvangst in Nederland. Daarin is dus niet begrepen de herstelbetalingen aan de vervolgingsslachtoffers van de Jappenkampen, die van de Japanse Staat werden overgenomen toen Nederland het Vredesverdrag van San Fransisco mede ondertekende.
Wij, en onze inmiddels gestorven naasten, hebben dus nog wat tegoed van de Staat der Nederlanden. Alle schade, veroorzaakt door calamiteiten, die niet gedekt wordt door de partijen, komt voor rekening van de Overheid.

Nu we de zekerheid hebben dat Japan geen enkele aansprakelijkheid ten opzichte van zijn slachtoffers aanvaardt, zal Nederland alsnog die aansprakelijkheid moeten overnemen.

© Lilian Sluijter, St. Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp 1942-1945