maart 2004
Hoe de Minister de aansprakelijkheid van de Nederlandse Staat op een voordelige manier had opgelost!



Er moest iets gedaan worden voor de slachtoffers van de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlandsch Oost Indië. Maar wat?

Er was plots een controverse tussen de Minister en haar overlegpartner, het zogenoemde Indisch Platform. De Minister had 250 miljoen gulden uitgetrokken voor mensen die aan de WUV criteria voldeden, en dat betekent dat ze een gedwongen verblijf in gesloten concentratiekampen of gevangenissen hadden moeten ondergaan. Dat paste niet in de kraam van de bovengenoemde overlegpartner, die ook nog andere groepen vertegenwoordigde. Dan maar collectieve doelen, bedacht de DG (Directeur Generaal) van de Minister.

Wat? Collectieve doelen? Gezamenlijke projecten?
Zitten we nog in het concentratiekamp?
Of worden we weer opgepakt ?
Als je niet met z’n allen op ÈÈn plek geconcentreerd bent, kun je toch zeker geen gebruik maken van een collectieve voorziening?
HELP! Het KZ syndroom begon zich te roeren.
Bij de PUR (PensioenUitkeringsRaad) dreigde er een personeelstekort te ontstaan.
De WUV aanvragen vertienvoudigden.
Dit was zo verontrustend, dat er vragen aan de Minister werden gesteld, indertijd de moederlijke Els Borst.
Er werd een onderzoek ingesteld.
En wat bleek?
Een commissie produceerde een dik rapport, waarin wetenschappelijk werd aangetoond, dat de WUV aanvragen voornamelijk afkomstig waren van slachtoffers van de Japanse concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog in het voormalige Nederlandsch-Indië.
Er werd een enquëte ingesteld onder deze zo bijzonder getroffen groep.
Uit de antwoorden bleek, dat de getroffenen allen een reeks van soortgelijke psychische symptomen vertoonden, die in de medische wereld gekenmerkt worden als het KZ syndroom, de concentratiekamp-depressie.
Volgens de commissie was het niet onwaarschijnlijk, dat de psychose was opgewekt door iets, wat men collectief moest beleven.
Konden dit de voorgestelde collectieve projecten voor de Indische Gemeenschap zijn ?
De Tweede Kamer verzocht de Minister om hard in te grijpen.
De Volksvertegenwoordigers eisten intrekking van het voorstel om het geld te besteden aan collectieve doelen, en de instelling van een Commissie om met meer aanvaardbare voorstellen te komen.
Een voorstel, dat zeer tegen het been van de voorzitter van het Indisch Platform was, de titulaire Generaal Buiten Dienst de Heer Boekholt.
Als het KZ syndroom voor kampers reëel was, dan had hij een veel grotere groep van buitenkampers, met een BKZ syndroom, wat volgens zijn deskundige, de historicus H. B., nog erger was. De buitenkampers waren immers gedurende de Japanse bezetting “vogelvrij” geweest?
De Jappenkampen waren immers net zomerkampen voor bleekneusjes?
Veilig, altijd voldoende gezonde voeding, eersteklas medische verzorging, prima huisvesting, en alleen straffen of marteling wanneer je het Ècht verdiend had!
De achterban van de generalissimo honoris causa eiste, dat ze mee zou delen in het bedrag dat voor de kampslachtoffers was uitgetrokken.
De Minister was snel overtuigd, als daarmee ook alle nieuwe WUV aanvragen zouden kunnen worden gestopt.
Want ze wilde ÈÈn ding verhinderen: dat er meer PUR geld naar de kampslachtoffers uit de voormalige kolonie zou gaan, dan naar de overlevenden van de Nazi kampen.
Overeengekomen werd, dat alle mensen, die onder de Japanse bezetting in Indië hadden gewoond, uit het fonds van de kampslachtoffers een gelijke uitkering zouden ontvangen. De voorzitter van het IP had tijdens de overleggen menigmaal uitgeroepen dat er een grote behoefte bestond bij zijn achterban aan een reisje naar Indonesië, om oude vrienden en familie te bezoeken.
Nou goed dan, had Minister Borst gezegd.
Dan doen we er nog eens 100 miljoen gulden bovenop!
De generaal en zijn adjudanten waren verrukt.
Hun mensen konden gratis naar hun geliefde Indië om aldaar een paar weken de westerse kapitalist uit te hangen.
En de terugreis hoefden ze niet eens aan de regering terug te betalen!

En hoe gaan we deze uitkering voor een vakantie naar Indonesië noemen?
Het Gebaar. En waarom heeft die achterban recht op die 4000 gulden (€ 1864)?
Zeg maar: vanwege de kille ontvangst, die veel te bureaucratisch en formalistisch was.
Dat had Lubbers, toen hij nog niet in het vluchtelingenwerk zat, in 1991 zelf zo geformuleerd. Maar dat vond Zalm niet goed genoeg. Op die manier zouden er nog groepen komen aankloppen voor een herstelbetaling!
Minister Els Borst zag de bui al hangen, en liet wederom onmiddellijk haar DG op haar kamer komen, om een list te verzinnen.

De DG wist raad: we maken ervan: als genoegdoening voor de vermoedelijke tekortkomingen in het naoorlogse rechtsherstel.
Want hij had net de rapporten Roof en Rechtsherstel gelezen, een onderzoek naar de roof van het Joodse vermogen in Nederland!
De Minister was zeer tevreden en ze rapporteerde aan de Tweede Kamer dat het Gebaar vooral werd uitgekeerd als tegemoetkoming voor de “vermoedelijke tekortkomingen in het naoorlogs rechtsherstel”.

Ik hoop dat u van uw reisje naar Indonesië genoten hebt!

Lilian Sluijter,
Algemeen Secretaris SVJ