augustus 2004

Op 6 augustus wordt voor de 59ste maal de atoombom op Hiroshima herdacht.
Een oorlogsmisdaad? Het alternatief om de oorlog met Japan te beëindigen was een invasie à la Normandië. De Amerikanen hadden al zoiets meegemaakt op het Japanse eiland Okinawa, dat bij de invasie het leven kostte aan 40.000 Amerikaanse militairen en meer dan 80.000 Japanse.
Bovendien heeft de hele burgerbevolking in opdracht van de Japanse regering zich van het leven beroofd. Op duizendvoudige schaal zou hetzelfde gebeuren bij een invasie van de hoofdeilanden. Het Japanse militair Gezag was niet alleen bereid om 25 miljoen mannen en jongens op te offeren, maar zelfs de hele Japanse bevolking van ruim 75 miljoen, inclusief vrouwen en kinderen. Voor het Japanse militair Gezag was capituleren oneervol en dus geen optie. Vandaar dat de verschillende pogingen tot wapenstilstand van Geallieerde zijde bij herhaling werden afgewezen. Het laatste aanbod werd op 17 juli 1945 gedaan zonder resultaat.

Na rijp beraad besloot president Truman het einde van de Tweede Wereldoorlog te forceren. Hij had daartoe een 'geheim wapen' achter de hand.

Langer had de oorlog ook niet moeten duren. Voor de mensen die in de concentratiekampen zaten zou de geplande invasiedatum van 1 november 1945 voor de meeste mensen fataal zijn geweest. En een eventueel latere datum (er was vanwege de weersomstandigheden ook aan de mogelijkheid van 1 maart 1946 gedacht) had niemand overleefd.



Het moordwapen dat ons land Geert Mak opleverde.

Op uitnodiging van de Stichting Herdenking 4 en 5 mei, mocht dit jaar (2004) de bekende en populaire auteur Geert Mak de herdenkingsvoordracht verzorgen.
In de Nieuwe Kerk sprak hij ten overstaan van H.M. Koningin Beatrix, ZKH Prins Willem Alexander en HKH Prinses Maxima, Premier Balkenende en vele andere hoogwaardigheidsbekleders de volgende inleiding van zijn herdenkingsrede uit:

“Ik ben een kind van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki die begin augustus 1945 een abrupt einde maakten aan de Tweede Wereldoorlog. Mijn moeder zat op dat moment in een Japans interneringskamp, mijn vader werkte als krijgsgevangene in Malakka. Jaren later kwam ik erachter dat beiden op dat moment, menselijkerwijs gesproken, nog hooguit enkele weken te leven hadden. In Hiroshima en Nagasaki vielen ongeveer tweehonderdduizend slachtoffers, vooral vrouwen en kinderen. Volgens sommigen ben ik het kind van een oorlogsmisdaad, en ik geef ze geen ongelijk.”

Deze niet zo bekende en populaire schrijfster zat, als vertegenwoordigster van de nog leven in zijnde voormalige slachtoffers van de Japanse concentratiekampen, met verbazing te luisteren. Daar stond een bekende Nederlander in het prachtige spreekgestoelte van de Nieuwe Kerk (15e eeuw) onverbloemd te verklaren dat er eigenlijk nog veel meer doden hadden moeten zijn om op 4 mei herdacht te worden. “Alle moraal zakt weg in een onpeilbaar gat”, zoals Mak zelf zei om zich te verontschuldigen dat hij überhaupt bestond.

De twee atoombommen op Hiroshima (6 augustus) en Nagasaki (9 augustus) worden nog steeds beschouwd als een militaire moord op “onschuldige” Japanse burgers, inclusief vrouwen en kinderen. Alle mensen die in Japanse concentratiekampen crepeerden en het ternauwernood hebben overleefd, zouden zich moeten doodschamen dat ze het hebben gered.

Daar hadden ze geen enkel recht op. De jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei is een ceremonie, die exclusief voor de Nazi-slachtoffers is bedoeld en zo moet dat ook blijven. Degenen die in het foute oorlogsgebied jaren van vrijheidsberoving, onmenselijke behandeling, bewuste uithongering bij zware lichamelijk arbeid, voornamelijk ten behoeve van de Japanse oorlogsindustrie, hebben doorstaan, horen er niet bij.

Zij bleven immers in leven door een nieuw moordwapen, waarmee 150.000 onschuldige Japanse burgers, inclusief vrouwen en kinderen, het loodje legden, en nog eens een zelfde aantal door de fall-out geïnvalideerd werden.

De “fall-out” van vrijheidsberoving, onmenselijke behandeling, en uithongering in de Japanse concentratiekampen heeft ook in de decennia na de kamptijd nog tienduizenden slachtoffers gemaakt. Van de ongeveer 60.000 kampkinderen die tussen 1928 en 1942 zijn geboren, is meer dan de helft niet meer in leven. Lichamelijk waren ze wrakken, geestelijk nooit meer gezond en vitaal.

De schrijver Geert Mak geeft weinig blijk van historische kennis van dat deel van de Tweede Wereldoorlog, dat zich in Zuidoost Azië en de Pacific heeft afgespeeld. Een gebied waarbij Nederland, en dus Nederlandse staatsburgers, waren betrokken.
Omdat hij zich kennelijk nooit serieus in die andere helft van de Tweede Wereldoorlog had verdiept, kon hij dus ook niet weten, dat de Geallieerden, vele maanden voor de verlossende bombardementen bij Japan, hadden aangedrongen op een capitulatie.
En kon hij dus ook niet weten dat de Japanse Regering en de militairen deze voorstellen uit principe hadden afgewezen. Dat principe bestond uit de ideologie, dat een Japanner, militair en burger, liever sterft dan capituleert. De autoriteiten waren bereid om 25 miljoen mannen en jongens aan het militaire geweld op te offeren. Ja, zelfs de hele Japanse bevolking van 75 miljoen aan toe, inclusief hun onschuldige vrouwen en kinderen.

Het Japanse volk heeft in de decennia na de capitulatie (15 augustus 1945) de wereldopinie op een bijzonder succesvolle wijze gemanipuleerd. Dat is Duitsland met Dresden, en vele andere platgebombardeerde steden, met vele malen hogere aantallen verminkte en dodelijke slachtoffers, nooit gelukt. Ook Geert Mak is, evenals vele andere Nederlanders van de naoorlogse generaties, het slachtoffer geworden van die manipulatie.

Zonder de twee verlossende atoombommen waren miljoenen mensen in Zuidoost Azie, burgers en militairen het slachtoffer geweest. Onder die miljoenen dodelijke slachtoffers waren ook vader en moeder Mak.
En ondergetekende.

Lilian Sluyter
Overlevende van kamp Ambarawa 6, en de Bersiap 1942-1946
Algemeen Secretaris
Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp 1942-1945