augustus 2002
Geen rechtsherstel voor voormalige Comfort Women




De Japanse krant Asahi Shimbun meldde dezer dagen dat de Japanse regering van mening is, dat de kwestie van de sex slavinnen eens en voor altijd geregeld was met het Vredesverdrag van San Francisco (1951) en verschillende bilaterale verdragen. Het Vredesverdrag van San Francisco had Japan gevrijwaard van compensatie en schadeloosstelling in verband met de destijds rampzalige economische situatie, waarin Japan verkeerde. Alhoewel verschillende volkenrechtelijke deskundigen van internationale faam erop gewezen hebben dat art. 14 geen eeuwigheids durende waarde heeft, blijft de Japanse regering bij het standpunt dat van schadeloosstelling en compensatie geen sprake kan zijn. De Japanse rechtbanken hebben tot nu toe dit standpunt overgenomen.

Twaalf jaar geleden kwam de kwestie van de sex slavinnen ten behoeve van het keizerlijke leger voor het eerst aan de orde. Een aantal Koreaanse en een Nederlandse vrouw hadden het vermetele plan opgevat om de Japanse regering via de rechter om schadeloosstelling en rechtsherstel te dwingen. Het gaat om tussen de 80.000 en 200.000 jonge vrouwen en meisjes, waarvan velen ver onder de 18 jaar, die waren gedwongen als comfort women de sexuele behoeften van de keizerlijke militairen te bevredigen. Ze werden meestal gewoon van de straat gepakt of uit hun huizen gesleept en door groepen militairen aangerand en zwaar mishandeld (Korea, China, Filippijnen). Of op schoonheid geselecteerd en te werk gesteld in de militaire sexhuizen, zoals met Nederlandse meisjes uit vrouwenkampen op Java gebeurde.

De vrouwen, die niet werden gedood of zichzelf van het leven hadden beroofd, leiden nog steeds aan de fysieke en geestelijke pijn, om nog maar te zwijgen van de maatschappelijke vooroordelen en de sociale isolatie. De kans op een huwelijk en een normaal gezinsleven was voor deze vrouwen volstrekt uitgesloten en ze hebben al die jaren een armoedig pariabestaan moeten leiden. Vele Japanners waren dan ook geschokt toen ze de getuigenissen hoorden en zagen van een aantal van deze oude vrouwen, die door hun eigen militairen zo oneervol waren behandeld. Chung Mong Joon, de voorzitter van het Koreaanse Organisatie Comité van de 2002 Fifa World Cup heeft nog zijn best gedaan om de Japanse regering ertoe te bewegen om de eenheid tussen beide landen ook te willen bevestigen ten aanzien van de slachtoffers [ die nog steeds leiden aan de consequenties van de geschiedenis ] (Aziaten zijn meesters in verhullende taal). Maar Japan is daar niet op ingegaan. De recente motie (juli 2002) ingediend door de liberale, sociaal democratische en communistische fracties in de Diet (parlement) om alsnog iets te doen voor deze vrouwen, werd voor onbepaalde tijd opgeschort. En volgens mevrouw Minshoto, vooraanstaand lid van de senaat, ziet het er niet naar uit, dat de motie het zal halen in de Diet, waarin de nationalistische partijen de meerderheid hebben. [Japan verliest hiermee zijn laatste kans om de slachtoffers schadeloos te stellen], aldus de senator.

Wie nog mocht menen, dat Japan ooit bereid zal zijn om zijn vervolgingsslachtoffers te compenseren, zoals Duitsland dat zo bewonderenswaardig heeft gedaan, is met dit bericht ongetwijfeld een illusie armer.


12 augustus 2002
Lilian Sluijter
Lid Support Groep SVJ